De aanhef van het nieuwe indoorseizoen is voor elke organisator een cruciaal moment: hoe maken we de trouwe bezoekers duidelijk dat we er opnieuw een lap op gaan geven? Het is verleidelijk om met een brok vuurwerk van start te gaan, maar er zijn minder opzichtige manieren om aan klantenbinding te doen, al even valabel. We maakten de openingszet mee van twee clubs, die in het verleden hun uiterste best deden om creatief te programmeren. Eerst de plaats met een wat mysterieuze naam: de Deuzonschole.
De Deuzonschole is nog maar aan zijn tweede echte werkingsjaar toe, Maar Ries De Vuyst en Miranda Dieleman, zowel de inrichters van de concerten als bewoners van het pand, zijn niet aan hun proefstuk. Zo organiseerde Ries, zelf een singer-songwriter pur sang (in Zeeuws-Vlaams, zie de cd ‘Oondert’), eerder al in Gent een reeks schitterende concerten (Dayna Kurtz, Nathan Bell, Jeroen Kant & Gerard Van Maasakkers), maar toen een voormalige school in het Zeeuwse dorp Hoofdplaat (op enkele kilometers van Breskens) te huur kwam te staan, was de overstap vlug gemaakt.
Zo kwamen er concerten in deze volstrekt unieke omgeving achter te dijken en onder het waterpeil, en dat sloeg aan, ondanks het feit dat de regio dunbevolkt is. Voor dit seizoen staan er boeiende namen geprogrammeerd (onder vele anderen Boris McCutcheon And The Saltlicks, Carter Sampson Trio, de opvolger van ‘Beyond The Flags’ dat voorheen in Ardooie doorging; wegens groot succes een tweede maal Trouveurs en ook John Blek, voor wie deze schitterende acts de eerste maal gemist zou hebben) Ries en Miranda weten drommels goed hoe je de mensen moet ontvangen, geholpen door de knusse omstandigheden die dit wonderlijke gebouw verlenen.
Het nieuwe seizoen van de Deuzonschole opende dan ook passend met een bijzonder intiem concert: Theo Sieben (nu woonachtig in Amsterdam) bespeelt national reso-phonic (resonator) gitaren en dobro, vaak slide, bovendien banjo (de mandoline was thuisgebleven) en zijn liedjes gaan terug op de (vooroorlogse) country blues, roots americana, met een voorliefde voor de gospel. De songs zijn soms van eigen makelij, maar ze kunnen zo doorgaan voor liedjes van een halve eeuw of ouder. Theo heeft een stem die wonderwel past in dit repertoire. Sieben speelt solo, maar is even vaak in bands te horen, o.a. bij Raggende Mannen, Gerard Van Maasakkers, Paulusma, Henny Vrienten en Ellen Ten Damme. Hij studeerde eigenlijk klassieke gitaar en schrijft ook filmmuziek.
Het werd een zalig concertje dat je de tijd doet vergeten. ‘Hard Times’ en ‘Come On In My Kitchen’ gaven de toon aan. Die laatste song, klassieker van Robert Johnson, kreeg een volgens ons, niet-kenners, een prachtige versie, maar Theo bleek achteraf niet zo tevreden. Nou, dan willen we de song nog wel eens horen in een perfecte uitvoering. Gospel ‘He’s A Mighty Good Leader’ leerde Theo via Beck Hansen kennen, origineel van Skip James. Geweldige slide van Sieben! Fijn vonden we de vermelding tussendoor van de diep betreurde Ad Van Meurs, zowat de Nederlandse godfather van de americana. We kregen opnieuw een klassieker met ‘Long Haired Doney’ van R.L. Burnside. Van diens generatiegenoot Junior Kimbrough kregen we het hypnotische ‘Meet Me In The City’. ‘Delphinidin (She Loves 13’s)’ is een song van Theo’s ‘Delphinidin’ (=pigment dat bloemen blauw kleurt!), album opgenomen in 2014 maar pas uit in 2016.
Sieben grasduint verder doorheen de songs die hij op zijn uitgebreide repertoire heeft staan. Nummer elf van het eerste deel is ‘Goodnight, Irene’ (ook ‘Irene, Goodnight’), song op naam van Leadbelly (al is ie veel ouder) Sieben voert de song terecht verstild en ingetogen uit, geheel in lijn met de droefheid die in de tekst doorschemert. Na de pauze krijgen we onder meer een leuke versie van ‘Moonshiner’ (Theo’s eigen opgenomen versie gaat terug op die van Dylan en het gitaarspel op Kelly Joe Phelps: Theo kent zijn klassiekers) Er volgt een verhaal over zijn belevenissen in Ashville waar nog echte moonshining (het zelf maken van sterke drank, van in de tijd van het bootleggen) bestaat.
Gospel duikt geregeld op met de ietwat bizarre story van ‘Jesus Met The Woman At The Well’ (bekend via Peter, Paul & Mary in 1965) Theo speelt het eigen fraai ‘Until Grass’ (=tot betere tijden’), titelnummer van zijn eerste plaat (2011), maar ook ‘Broke Down Engine’ van Blind Willie McTell, het eigen ‘Love, I Treat You Bad’ van zijn tweede album ‘Invite To Dance’ (2012) maar evenzeer ‘Skinny Woman’ van RL Burnside (deze en een aantal songs van dit concert staan trouwens op zijn vierde, meest recente album ‘Market Meat’, 2018)
Theo rondt het eigenlijke concert af met een getoonzet ‘Life Is Fine’, bekend gedicht van zwarte Amerikaanse poëet en (toneel)schrijver Langston Hughes, hoeksteen van de zgn. Harlem Renaissance uit de jaren 1920. Een instrumentale deun (‘Wilson’) sluit de avond al even virtuoos maar verstild af. De Deuzonschole heeft met Theo Sieben zijn start allerminst gemist. Nu is het uitkijken naar Boris McCutcheon (singer-songwriter, nu uit New Mexico, maar wel vaker in Nederland gesignaleerd) op 18 september en de Trouveurs met hun sublieme covers van onvolprezen Texaanse singer-songwriters op 26 september…
|